Matje Gijsberts
Matje Gijsberts ,
geb. op 23-06-1693 te Blaricum,
ged. Rooms Katholiek op 23-06-1693 te Blaricum; dgt. Willempje Hendricks,
, -
Blaricum-Dopen-RK; 23-06-1693: Matje, V: Gijsbert Hendrikse, M: Fuijsje Jans. matr. Willempje Hendricks.- Vader:
Gijsbert Hendricksz Evertsz Bussum tot, zn. van Hendrick Evertsz en Teuntje Lubberts ,
geb. in 1655 te Blaricum; Koptienden Eerste: 1675-81,
ovl. te Blaricum; Koptienden Laatste: 1752-48,
, -
GIJSBERT HEIJNDRICK EVERTSZ TOT BUSSEM
Blaricum Koptienden (1705-81 > 1750-53):
1705-81: v. Rutger Rutger Jan Reijersz 1 Spt 6 cop 1/2
1709-81: op Evert Petersz Teunisz 4 cop
- Situatie: 1 Spt 2 cop 1/2
1711-59: op Aaron (Gerritsz Duerkant) Schout 6 cop 1/2
- Situatie: 0 Spt 4 cop
1719-53: + TOT BUSSUM / Hendrick Jan Boer
1721-53 t/n 1724-53: Sluij
1724-53: Beth. door Cornelis Lambertsz Puijck tot Blaarcom
t/m 1750-53: Sluij vanaf 1746 Situatie: 0 Spt 4 cop
1752-48: Hendrik de Boer tot Bussum Eijgenaar bij Erfenisse van 't land.
- op Hendrik Lubbertsz Bakker 4 cop
- te Blaricum in Huijserboeck op folio 30
- Betaald Willem Kooij te Huijsen
-
ONA-3660A134; 04-03-1630: Kiliaen van Rensclaer ?? tot Amsterdam verklaarde voor hem en sijne erffgenaem in sijnen dienst genomen te hebben Evert Heijndricksz woonende tot Huijsen met sijn familie ende mede met Evert compareerde sijn huijsvrou
Jannetien Ebbe, zijn zoon Heijndrick Evertsz en zijn 3 dochters Tijmentien Everts, Bijtien Everts @ Aeltien Everts om te ploegen, plaggen, graven en te spitten en al hetr andere boerenwerk op sijn landt genaemt Kraloo offter anders den Hoogen
Enge tegen vergoeding van alle behoeften en lichaemelijcke nootdruft als cost en dranck kledren . Tevens de verzorging van 4 koijen
-
Blaricum-Trouwen-RK; 15-10-1684: Gijsbert Hijnderixse cum Feuijsje Jans
-
ORA-184-3195; A103; 19-06-1698: Compareerden voor Lambert Killewigh schout, Elbert Jacobsz Smit en Pieter Jansz Schram schepenen tot Huijsen, Cornelis Hendricksz, Gijsbert Hendricksz, Pieter Hendricksz Vos in huwelijk hebbende Jaepje
Hendricks, Gijsbert Claesz te eght hebbende Geertje Hendricks, Claes Jans als getrouwt hebbende Neeltje Hendricks, Wobert Fransz getrouwt met Peetje Hendricks, Marritje Hendricks, Willemtge Hendricks en Tijmentje Hendricks te samen kinderen van
Theuntge Lubberts verwekt bij Hendrick Everts te samen voor 1/3 part erfgenaam van Geertje Lubberts in leven weduwe van Jan Hendricksz Fit, en verclaarde sij comparanten in de voorsz qualiteit en als bij acte van scheijding dd 20-06-1698
tusschen de gemene erffgenamen van de voorn. Jan Fit en Geertje Lubberts, het reght hebben verkregen tot transport aen Cornelis Ploos van seecker 28 voeten maetlant gelegen op Huijser angereght naest de wed. Pieter Claes Schram ten suijden
-
ORA-184-3195A093; 19-06-1698:
-
ORA-184-3214; A031A; 20-06-1698: Akte van scheiding. Jan Hendricksz Fit en Geertje Lubberts in haar leven eghteluijden wonende tot Huijsen zijn overleden en hun erfgenamen zijn bereid in der minne de nagelaten boedel te scheiden. Soo is het dat
heden 20-01-1698 Cornelis Killewigh en Lucas Claesz Swart als voogden over het nagelaten weeskind van Jacob Philipsz als erfgenaam van Jan Hendricksz Fit en dienvolgende voor de / van de gehele boedel
Item Pieter Dircksz gehuwd met Willemtge Otten dochter van Tijmentje Lubberts voor 1/3 erfgenaam van voorn. Geertje Lubberts.
Als mede Pieter Lubbertsz gehuwd met Marrege Cornelis, en Neeltje Cornelis kinderen van Weijntje Lubberts mede-erfgenamen voor 1/3 als voren.
En eijndelijck Cornelis Hendricksz, Gijsbert Hendricksz, Pieter Hendricksz Vos gehuwd met Jaepje Hendricks, Gijsbert Claesz gehuwd met Geertje Hendricks, Claes Jansz gehuwd met Neeltje Hendricks, Wobert Fransz gehuwd met Peetje Hendricks,
Marritje Hendricks, Willemtje Hendricks en Tijmentje Hendricks kinderen van Theuntje Lubberts verwekt bij Hendrick Evertsz te samen erfgenamen voor 't laatste 1/3 part van opgemelte Geertje Lubberts. Volgt opsoming van toewijzing
-
SAGV155.2-3228-blz. 214; 16-07-1703: Gijsbert Hendricksz in huwelijck hebbende Fuijsje Jans enige ergenaam van Rutger Rutgersz eijsscher CONTRA Marretje Harmens weduwe van de voorz. Rutger Rutgersz
-
SAGV155.2-3228-blz. 227-228; 25-02-1704: Gijsbert Hendricksz in huwelijck hebbende Fuijsje Jans eenige erffgenaem vab Rutger Rutgersz eijsscher CONTRA Marritje Harmensz enz.
10-03-1704: Marritje Harmens Wed: van Rutger Rutgersz gedaegde en gerequirande CONTRA Gijsbert Hendriksz in huwelijk hebbende Fuijsje Jans eeninge Erfgenaem van Rutger Rutgersz eijsscher en requirant
-
SAGV155.2-3228-blz. 266; 24-01-1707: Tot vooghden over de kinderen van Fuijsje Jans in leven huijsvrouw van Gijsbert Hendricksz werden gestelt Lambert Jansz Verwer en Cornelis Willemsz Verwer
-
SAGV155.2-3267-Schepenakten; Aktedatum: 14-12-1708: Compareerden voor d gereghte tot Blaricum, Gijsbert Hendricksz weduwenaer van Fuijsje Jans ter eenre & Lambert Jansz Verwer en Cornelis Willemsz Verwer als vooghden over de vier (4) kinderen ;
betreft akte van bewijs van moeders nagelaten goederen. Een en ander wordt nog belast door: obligatie van Gerrit Crijnen Coetsier. Nogh f 50:- die het weeskint van Jacob Coppen verweckt bij Aeltje Roelen per obligatie te eijsschen heeft, en
eijndelijck nogh f 62:- dchildigh aen Dirck Elbertsz,
relatie (1)
met Lijsbeth Jans .,
tr. (2) op 15-10-1684 te Blaricum-RK.
- Moeder:
Fuijsje Jans , dr. van Jan Reijersz en N2 Rutgers ,
geb. in 1660 te Blaricum,
ovl. op 06-04-1706 te Blaricum,
begr. op 06-04-1706 te Blaricum; Pro Deo,
, -
SAGV155.2-ORA-3236, Folio 230-231; 09-02-1677: Compareerden voor Schepenen tot Blaricum de naeste vrienden van Jan Jansz Reijer, die in de maendt november 1674 gequetst sijnde alhier is doodt gevonden. Als namentlijck Weijntge Jans huijsvrouw
van Jan Jansz Molenaer tot Emenes des te neder geslagens ofte overledens moeije mitsgaders Jan Theunisz Rutten oudtbuermeester, Jan Jansz Verwer Schepen en Ebbe Jansz Vos Buijrman alhier, alle SUSTERLINGEN (neef of nicht) van de voorn. Jan
Janszz Reijer, Ende de voorn Jan Teunis Rutten en Jan Jansz Verwer ookck als vooghden van Fuijsien Jans, minderjarige suster van de selve Jan Jansz Reijer, Te kennen gevende dat sij versocht waren bij Willem Cornelisz en Meeuwisz Theunisz als
Oomen en naeste vrinden van Evert Willemsz Ruijter (die gepresenteert en geseijdt werdt den voorn Jan Jansz Reijer gequetste en van leven ter doodt gebracht te hebben) enz.
-
Blaricum-Trouwen-RK; 15-10-1684: Gijsbert Hijnderixse cum Feuijsje Jans
-
SAGV155.2-3228-blz. 214; 16-07-1703: Gijsbert Hendricksz in huwelijck hebbende Fuijsje Jans enige ergenaam van Rutger Rutgersz eijsscher CONTRA Marretje Harmens weduwe van de voorz. Rutger Rutgersz
-
SAGV155.2-3228-blz. 227-228; 25-02-1704: Gijsbert Hendricksz in huwelijck hebbende Fuijsje Jans eenige erffgenaem vab Rutger Rutgersz eijsscher CONTRA Marritje Harmensz enz.
10-03-1704: Marritje Harmens Wed: van Rutger Rutgersz gedaegde en gerequirande CONTRA Gijsbert Hendriksz in huwelijk hebbende Fuijsje Jans eeninge Erfgenaem van Rutger Rutgersz eijsscher en requirant
-
SAGV155.2-3228-blz. 266; 24-01-1707: Tot vooghden over de kinderen van Fuijsje Jans in leven huijsvrouw van Gijsbert Hendricksz werden gestelt Lambert Jansz Verwer en Cornelis Willemsz Verwer
-
SAGV155.2-ORA-3240-blz.65-67; 09-10-1724: Jacob Clasz Eijland als procuratie hebbende van Claas Cornelisz zoon van wijlen Cornelis Hendrikse welke Claas Hendriksz mede gemagtigt is van Jan Fransen in huijwelijk hebbende Jaapje Cornelis, en van
Harmpje Cornelis die mede kinderen sijn van de voorn: Cornelis Hendriksz en nog als procuretie hebbende van Jan Govertsz soon van wijlen Pietertje Hendriksz, welke Cornelis Hendriksz en Pietertje Hendriks sijn geweest de broeder en suster van
Geertje Hendriks in Leven getrouwt met Gijsbert Claasz Kous eijssers CONTRA Gijsbert Lambertsz als voogd over 't onmondige kint en erffgenaam van den selve Gijsbert Claasze Kous gedaagde; Gijsbert Claasz Kous en Geertje Hendriks in Leven
egteluijden gewoont hebbende en overleden tot Blaricum hebben bij Testament op 06-09-1699 voor Notaris Jan Bosch tot Blaricum gepasseert; f 600,- voor de langstlevende. Na het overlijden van Testateur waren tot de f 600,- als naaste vrinden
van de eerder overleden Testatrice geregtigt een suster genaamt Willempie (Hendricks), een kind van haar suster Jaapie (Hendricks), een (kind) van haar broeder Gijsbert (Hendricksz), een (kind) van haar suster Neeltje (Hendricks), mitsgaders
drie (3 kinderen) van haar Broeder Cornelis (Hendricksz), en een (kind) van haar suster Pietertje Hendrikse, van welke twee laatste den Eijsscher in dese procuratie heefft en sulksz met hun ses staken geregtigt tot voorsz f 600,- wesende voor
eijder f 100,-.
>